Naar huis

Er komt een moment dat uw kind naar huis kan. De eerste periode thuis kunt u ervaren als een spannende periode. U en uw kind zullen moeten wennen aan de nieuwe situatie.
Belangrijk is om eventuele extra zorg of (tijdelijke) hulp thuis goed te regelen. De afdeling kan u  ondersteunen bij het aanvragen.  Huishoudelijke verzorging kunt u zelf via de gemeente regelen.

Alle gebeurtenissen en behandelingen die uw kind tijdens de opname heeft doorgemaakt, worden weergegeven in een ontslagbrief voor de behandelend kinderarts, de gynaecoloog/verloskundige, en de huisarts. Ook de conditie van uw kind bij ontslag en de benodigde zorg worden in deze brief beschreven. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (consultatiebureau) krijgt eveneens een afschrift van deze brief, tenzij u hiertegen bezwaar maakt.

Als de benodigde zorg voor uw kind thuis goed geregeld is, wordt de datum bepaald waarop uw kind het ziekenhuis kan verlaten. Om uw kind veilig te kunnen vervoeren, heeft u een Maxi-Cosi of een ander babyautostoeltje nodig. Heeft u zelf geen auto, vraag dan een familielid of bekende om u op te halen of bestel een taxi.

Soms is het verstandig om bezoek nog even uit te stellen tot uw gezin gewend is aan het nieuwe ritme. Vraag familie en vrienden nadrukkelijk om bij verkoudheid of een grieperig gevoel later op kraamvisite te komen vanwege het risico op infectie van uw kind.
Kinderen die naar huis gaan en hiervoor in aanmerking komen, krijgen een afspraak voor nazorg en controle op de follow-up polikliniek in het ziekenhuis waar uw kind ontslagen is en of in het ErasmusMC- Sophia kinderziekenhuis.  Indien uw kind niet in aanmerking komt voor de follow-up polikliniek,  krijgt u een afspraak voor de polikliniek.

Niet alle kinderen hoeven terug te komen op de polikliniek. Wanneer verdere controles niet noodzakelijk zijn, is uitsluitend nog de reguliere zorg nodig door de huisarts en het consultatiebureau. Als u bij de gemeente aangifte hebt gedaan van de geboorte, neemt het consultatiebureau automatisch contact met u op. Het eerste contact is een huisbezoek door de wijkverpleegkundige, die informatie geeft over onder meer verzorging en voeding.